Spelregels
- Zorg voor pionnen in verschillende kleuren en een of twee dobbelstenen.
- Kies een pion en zet deze op start.
- Gooi om de beurt met een of twee dobbelstenen.
- Het aantal ogen op de dobbelsteen mag je lopen. De eerste die de pion in de paasmand heeft staan, heeft gewonnen.
Extra spelregels
- 4 Een gespikkeld ei maakt je ziek, beurt overslaan.
- 6 Achter de struik kun je goed verstoppen, door naar 13.
- 8 Alarm! Een rood ei is niet goed, terug naar 1.
- 12 Eet een paasei.
- 15 Geef een paasei aan je linkerbuurman.
- 19 Dit ei moet nog geschilderd, teken of beschilder een ei.
- 22 Je vindt roze zo mooi dat je het graag wil zien. Àacht tot er een andere speler komt.
- 26 Zing een paas- of lenteliedje.
- 28 De eieren komen uit. Nieuwe eieren halen op nummer 12.
- 32 Geef een paasei aan je overbuurman.
- 35 Je blijft hangen aan een tak, beurt overslaan.
- 36 Eet twee paaseitjes.
- 40 De eieren passen niet meer in de mand, terug naar 6.
- 43 Je laat een ei vallen, wacht tot een andere speler komt met een nieuw ei.
- 47 Gewonnen! Geef iedereen een paasei.